63 jaar aan herinneringen in WonenBreburg-woning

Mevrouw Hulsenboom heeft maar liefst 63 jaar aan herinneringen in haar woning. Zij en haar inmiddels overleden man hebben eerst ingewoond, zoals dat toen gebruikelijk was. Je moest eerst trouwen voor de wet en dan kwam je in aanmerking voor een huurwoning.

Zo verhuisden ze naar de Ohmstraat. Vier kinderen groeiden er op en schoonzoon Johan is inmiddels kind aan huis om ervoor te zorgen dat de 95 jaar oude Mevrouw Hulsenboom hier nog zo lang mogelijk kan blijven wonen.

Met huismeester Tommy Willemsen gaan we bij haar langs. Deze kwieke dame vertelt honderduit over haar leven, woning en buurt, het komen en gaan van mensen, de oorlog, haar kinderen, haar zorgzame karakter, vervelende en super vriendelijke buren, altijd behulpzame huismeesters en het feit dat ze nog lang niet van plan is om te verhuizen.

Zolang het nog kan

“De huisarts komt iedere maand kijken hoe het met me is. Nou uitstekend, kan ik u vertellen”, Mevrouw Hulsenboom kijkt er een beetje uitdagend bij. “Zolang het nog kan, wil ik hier blijven wonen. Ik slaap zelfs gewoon nog boven.” Onlangs ontving ik een brief van WonenBreburg dat er ook woonzorgplekken zijn waar ik eventueel terecht kan, maar dat zie ik niet zitten.”

Volgens huismeester Tommy is dit de toekomst. “Boven een bepaalde leeftijd maken we vanuit de woningcorporatie kenbaar dat er alternatieven bestaan, maar het blijft natuurlijk een vrijwillige keuze. Steeds meer ouderen kiezen ervoor zolang mogelijk in hun woning te blijven. Mevrouw Hulsenboom krijgt goede zorg van haar dochter Gerda en schoonzoon Johan, wat het voor haar mogelijk maakt.”

654-7068_WB-Ohmstraat_TommyWillemsen-T#
Mevrouw Hulsebos met het dochter Gerda en schoonzoon Johan.

Alles is anders

In 63 jaar gebeuren er een hoop dingen. Zo woont Mevrouw Hulsenboom nu alleen, maar er was een tijd dat ze met zijn zessen twee slaapkamers deelden. De derde was bestemd voor Meneer Hulsenboom die als kleermaker daar zijn werkkamer had. Gelukkig kwam er rond 1965 een serre, wat de woning een stuk groter maakte voor de geboren Rotterdamse, haar man en hun vier kinderen. Ook maakte ze kennis met verschillende huismeesters en met allen had ze goed contact. Zo ook met Tommy, die pas sinds een half jaar in deze wijk werkt.

“De reden van onze eerste ontmoeting was helaas de overlast die mevrouw ervoer van de buren, maar gelukkig vonden we hier snel een passende oplossing voor”, aldus Tommy. “Ik fiets uiteraard vaak een rondje door de buurt. Op die manier ontmoet ik veel huurders en bij vragen kunnen mensen bij me terecht.” Dat weet Mevrouw Hulsenboom ook, zo werd ze door de vorige huismeester Harald menigmaal goed geholpen.

De eerste

Mevrouw Hulsenboom en haar man waren een van de eerste huurders in de straat. Wie ze helpen kon, hielp ze. Met alles. Bij de 95‐jarige, die vanwege de oorlog en tot grote spijt, haar studie tot verpleegster moest afbreken, zit het helpen in het bloed. “Dat is de kracht van mijn moeder”, zegt Gerda, “Ze haalt geluk en voldoening uit de kleine dingen in het leven.” De verhalen van Mevrouw Hulsenboom zijn eindeloos: ze hielp een buurvrouw bij het bevallen, was als eerste bij de overburen toen iemand daar haar handen verbrandde en hielp met liefde bij huishoudelijke klussen.

Ze heeft 14 jaar lang maandelijks zieken bezocht in de parochie. Ze ontving er zelfs een oorkonde voor die ze bescheiden uit een lade vist en vertelt ondertussen: “Ik help nog steeds iedereen hoor. Laatst bijvoorbeeld nog een blinde mevrouw met oversteken.” Al die hulp krijgt ze nu dubbel en dwars terug. Minimaal iedere twee dagen komt schoonzoon Johan op bezoek en hij kookt iedere dag een maaltijd voor haar.

Buren kennen haar nog steeds

Dochter Gerda woonde tot haar 21ste in de Ohmstraat en omschrijft het als een toffe wijk. De buurvrouwen met wie mevrouw Hulsenboom vroeger koffie dronk en die Gerda tantes noemde, zijn er niet meer en veel omwonenden zijn nieuwe gezichten, maar nog steeds weten velen wie ze is. Al gaat het er tegenwoordig anders aan toe dan vroeger, er wordt toch goed op haar gelet.

Dochter Gerda vertelt: “Toen het huis van de buren ‘s avonds in brand stond, heeft het achterbuurmeisje net zo lang op de deur staan bonken tot ze naar buiten kwam. Mijn moeder voelt zich hier dan ook nog steeds heel veilig en prettig. Ze hoopt hier 100 te worden.”