‘Ik weet hoe het is om niets te hebben’

saban

Wali Alizadah, mede-eigenaar van Afghaans restaurant Sarban, stelt iedere week vier maaltijden beschikbaar voor leden van de Quiet Community. Waarom? “De ideeën van de Quiet Community vind ik mooi: niet direct een zak geld vragen, maar bijdragen wat je kunt missen. Bovendien: ik weet hoe het is om niets te hebben.” 

Foto: Dhinand Kleine

Wali Alizadah kwam op zijn vijftiende met zijn familie naar Nederland. “Onze familie had het goed in Afghanistan, we waren een voorname familie. Maar toen het oorlog werd, moesten we alles achterlaten. Toen we hier kwamen, hadden we helemaal  niets.” Wali doorloopt het ROC, HBO en studeert Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. In zijn derde jaar begint het te kriebelen. “Ik wilde écht iets doen. Ondernemen!” Hij besluit zonder medeweten van zijn ouders te stoppen met zijn studie.

Kookles

Met 1.500 euro in het rood en met beperkte horeca-ervaring besluit hij midden in de crisis een Afghaans restaurant te openen. Wali’s oog valt op een locatie aan de Besterdring, op de plek van het oude café de Ring. “Ik had natuurlijk een lening nodig om het café te verbouwen. Maar de banken durfden het niet aan. Gelukkig trof ik iemand die in mij geloofde en in mijn bedrijf investeerde.” Samen met zijn familie en vrienden verbouwde hij het pand. Zijn vader en moeder kregen ook een rol. “Toen die eenmaal van de schrik bekomen waren, hielpen ze die eerste maanden in de keuken. Mijn moeder gaf mij toen ook kookles. Die kon ik goed gebruiken, haha.”

Ama’s

Inmiddels hebben Wali en zijn familie restaurants in Waalwijk, Den Bosch en Tilburg. “Van die beginfase leerde ik heel duidelijk: je hebt iemand nodig die je helpt, die in je gelooft. In Afghanistan zeggen we: ‘Als iedereen elkaar vasthoudt, dan valt niemand.’ Daar probeer ik iedere dag naar te handelen.” Daarom werkt hij veel met alleenstaande, minderjarige asielzoekers (ama’s) uit Afghanistan.

Zijn vestiging in Waalwijk wordt zelfs geleid door twee voormalige ama’s. En daarom doet hij ook mee aan de Quiet Community. Elke week stelt hij vier maaltijden beschikbaar voor community-leden. “Het mogen er ook meer zijn, zo lang mensen er maar van genieten. Wat je achtergrond ook is, in wat voor situatie je ook zit; we zijn allemaal mensen. We moeten elkaar helpen.”