Frank van Pamelen: ‘Ik wind me op als de underdog wordt platgewalst door het grote geld.’

frank van pamelen

Hij mag dan in Terneuzen geboren zijn, maar een import-Tilburger die zo betrokken is bij de stad, kom je niet snel tegen. Frank van Pamelen bedacht het 013-jaar, was stadsdichter, schrijft mee aan Quiet en staat op de barricade voor ‘t Boeketje. Als columnist voor het BD steekt hij zijn mening over Tilburg niet onder stoelen of banken. Maar altijd vanuit liefde voor de stad en haar bewoners. “Ik heb het idee dat hier meer kan dan in andere steden, Tilburgers zijn altijd wel in voor een maf idee.”

Foto’s: Camiel Donders

En dat zit hem volgens Frank niet in de fysieke dingen. “Dat we een poppodium hebben, een haven met een leuk watertje met terrassen en mooie musea, natúúrlijk hebben we dat. We zijn verdorie de zesde stad van Nederland! Ik vind het heerlijk om daar te zijn, maar ik ben juist trots op de dingen die hier gebéúren.” Het is de menselijke kant van Tilburg die hij waardeert. De initiatieven van onderop, de ideeën van de Tilburgers zelf.

‘Als je met iets komt, gebeurt dat ook gewoon’

Het bedenken van Het Jaar 013 bijvoorbeeld, of het opzetten en organiseren van het literair festival Tilt. Beide ideeën zijn door Frank bedacht en waren binnen no-time geregeld in Tilburg. “Als iemand met iets raars komt en een paar mensen zetten de schouders eronder, dan gebeurt dat ook gewoon. Ik heb het er weleens met Amsterdammers over gehad. Of je daar iets kunt lanceren als ideetje en dat er dan vier dagen later de Schouwburg en de grootste popzaal, maar ook de grootste voetbalclub en meer partijen zeggen: wij doen mee. Voor mijn gevoel kan dat niet zomaar in een andere stad. Dat vind ik voor Tilburg iets onderscheidends.”

Op de barricade voor ’t Boeketje

In de columns die Frank schrijft spreekt hij zich geregeld fel uit over onderwerpen die leven in de stad. Het vertrek van bloemenkiosk ‘t Boeketje op het Pieter Vreedeplein bijvoorbeeld. “Ik ga niet heel vaak bij manifestaties op het podium staan om dingen te roepen, maar daar heb ik het wel gedaan. In elke stad – ook in Tilburg – moet het menselijke blijven overheersen. Ik wind me op als de underdog wordt platgewalst door het grote geld. Het is wél de stad van de Tilburgers en niet de stad waar multinationals moeten gaan bepalen hoe de stad eruit komt te zien. De dingen die ik in Tilburg leuk vind, zijn de kleine winkeltjes zoals in het Dwaalgebied. Moet je nagaan dat dit allemaal weggevaagd zou worden door grote ondernemers en ketens. Dat is doodzonde.”

Frank van Pamelen01026

‘Het is een zegen voor de Spoorzone dat de crisis uitbrak’

Frank refereert naar de Spoorzone. Volgens hem is dat een voorbeeld waaruit blijkt dat de kracht zit in ideeën van onderop. “Het is voor Tilburg zo’n ongelofelijke zegen geweest dat dit gebied vrijkwam en dat tóen de crisis uitbarstte. Er waren megalomane plannen voor een Ziggodome-achtig complex annex sportdome. In de week dat deze plannen in de krant stonden, stortte de beurs in. Achteraf gezien dacht ik: gelukkig maar. Anders was het helemaal volgebouwd met kantoren en dan was het dood gebied geweest, zoals in Den Bosch gebeurde. Dán hadden we spijt gehad! Door de crisis kreeg de Spoorzone de kans om zelf uit de grond te komen.”

‘We gingen vroeger op vakantie naar de Reeshof’

Nog niet eens bewust kiest Frank vaak voor de underdog, de kleine ondernemer en de ‘gewone’ mens. Dat komt misschien wel in zijn opvoeding. “Ik kan me wel identificeren met mensen die weinig te besteden hebben. Ik kom zelf uit een sociale achterstandswijk. We hadden geen luxe spullen. We gingen naar een bevriende boer in de Reeshof op vakantie. Ik kende niemand met een koophuis. Ik kan me herinneren dat ik ooit bij een vriendje kwam en die hadden een gitaar staan en toen dacht ik: jeetje wat een luxe man. Dat soort kleine dingen. Ik ben niks tekortgekomen en heb geen honger gehad, maar ik vind het niet vanzelfsprekend om drie keer per jaar op vakantie te gaan.”

‘Tilburg staat al 100 jaar bekend als sociale stad’

Een project als Quiet gaat Frank dan ook aan het hart. Hij schreef verhalen voor de glossy’s en maakte de kinderversie van de Quiet als bijlage in het blad.

“Voor mij is Tilburg een ontzettend sociale stad, dat blijkt uit alles en dat is altijd zo geweest. We hebben een aantal jaar geleden met Quiet opgezet. Zou dat zomaar in een andere stad opgezet kunnen? Ik weet het niet. Dat mensen vrijwel belangeloos meewerken om iets van de grond te krijgen om mensen in armoede te helpen. Toen we daarmee bezig waren hoorden we steeds meer dat Tilburg al 100 jaar bekend staat om initiatieven die vangnetten maken voor mensen die in armoede verkeren. De Quiet paste – zonder dat we het wisten – in het sociale DNA van Tilburg.”

‘Je moet onderdeel zijn van de stad, voordat je trots kunt uitdragen’

Als Frank een advies zou mogen geven aan de nieuwe Burgemeester Weterings? Dan weet hij het wel. En dat is zeker niet iets fysieks. “Breng de politiek dichter bij de mensen. Daar is hij al mee bezig, ik heb daar wel vertrouwen in. Praten met mensen, op bezoek gaan, luisteren. Duidelijk zijn. Noordanus was wat afstandelijk en die heeft nooit de harten van de mensen gestolen. Die heeft goede dingen voor de stad gedaan, maar om te zeggen dat hij mensen gegrepen heeft. Nee.”

“Je moet mensen het gevoel geven dat ze bij de stad horen. Dat iedereen daarin meetelt. Als burgemeester begeef je je in netwerken en kringetjes zodat een groot project van de grond komt, maar begeef je óók onder de Tilburgers. En in alle sociale klassen. Want ook daar gebeurt van alles. Zorg dat je verbindt. Dat is van belang, dat weet iedereen. Als Weterings in Broekhoven komt en die gaat naar Bet Kolen met mensen praten, dat is pr-technisch goud. De trots moet van onderop komen. Je moet het gevoel hebben dat je erbij hoort en onderdeel uitmaakt van die stad. Je moet eerst zelf trots zijn voordat je die trots ook kunt uitdragen.”

Ongezouten mening van Tilburgers

In opdracht van Citymarketing Tilburg geven we in de rubriek ‘Ongezouten’ creatieve Tilburgers een podium. Zij krijgen de kans om hun visie te geven op de stad. Ben je benieuwd wie er naast Frank van Pamelen nog meer iets te vertellen heeft over Tilburg? Lees dan ook eens deze interviews:

  • Marlous Mutsaers: Tilburg is geen arbeidersstad meer: ‘We zijn toe aan winkels in een hoger segment’
  • Jochen Otten: ‘Het zelfbeeld van de Tilburger is veranderd, de rol van underdog is weg’
  • Erwin Schellekens: ‘Tilburg is een groeibriljant, stop het vergelijk met andere steden en ga uit van eigen kracht’
  • Onias Landveld: Stadsdichter Onias: ‘Ik bemoei me met de stad, als ik het niet eens ben, spreek ik daarover’
  • Sophie Knottnerus: Tilburg Textielstad anno 2017: ‘Wereldwijd wordt er nog steeds naar ons gekeken’
  • Anouk van den Broek: Nieuwe generatie Tilburgers: ‘Laat die Amsterdammers daar en laat Tilburg lekker Tilburg’
  • Niek van den Broek: Tilburg als lelijkste jongetje van de klas: ‘dat zijn we nu echt niet meer’
  • Pieter Voogt: Tilburg: ‘je kunt hier niets kapot maken’
  • Patrick Kokx: Het buzzt in Tilburg: ‘Er gebeurt iets en dat moet je meemaken’