Importbrabo turns Unne Echte Kruik (Column)

Op maandag 11 november werd het startschot gegeven voor het nieuwe carnavalsseizoen. Sinds enige maanden zit deze Zeeuwse importkruik ook bij een carnavalsvereniging.

Toen ik in de zomer van 1998 naar Tilburg kwam om hier mijn studententijd door te brengen, had ik niet verwacht er nu nog te wonen. Laat staan dat ik ná mijn studententijd nog veel meer zou ‘vertilburgen’ dan tijdens. Waar ik in die eerste jaren voornamelijk mijn weg naar het Piusplein, de Korte Heuvel en sociëteit van Olof wist te vinden, werd later de omvang van de stad via een bijbaantje als taxichauffeur steeds duidelijker en leerde ik op de Tilburgse Kermis, achter de bar en met op het terras de Tilburgers steeds beter kennen. Inmiddels heb ik me op verschillende manieren met veel plezier aan de stad verbonden.  Aan één feest kon ik echter niet wennen. En dat was carnaval.

Verwondering
Opgegroeid in een dorpje tussen Middelburg en Vlissingen met Leidse ouders heb ik bar weinig van dit feest meegekregen. Op de katholieke basisschool was het nog wel de bedoeling op vrijdagmiddag vóór carnaval verkleed naar school te komen. Dat snapte ik al niet echt. Toen ik als tiener op stap in Vlissingen of Middelburg op zaterdagavond een paar verklede mensen iets te uitbundig feest zag vieren voelde ik voornamelijk verwondering. Mijn eerste jaren in Tilburg was dat niet anders. Tijdens carnaval pakte ik mijn tas en vertrok voor een lang weekend naar mijn ouders, om terug te keren als het weer voorbij was. Tot een jaar of acht geleden.

Oeteldonk en Kruikenstad
Door een bijbaantje in de bar van een bekende bierbrouwerij in Den Bosch kwam ik in aanraking met het Bossche carnaval. De Oeteldonkse hoogheid kwam ieder jaar samen met Peer, zijn hele gevolg en honderden feestvierders naar de brouwerij om in een grote zaal met een paar honderd man bier en brandewijn met suiker te drinken en worstebrood te eten. Ik wist niet wat ik zag. Maar ik vond het geweldig. Die middag en avond heb ik voor het eerst écht carnaval gevierd. Eerst in Oeteldonk, en daarna in Kruikenstad. Vanaf dat moment was ik om.

Inmiddels hebben we twee, drie goed gevulde dozen met de opbrengst van bijna een decennium carnaval vieren. Van veelkleurige pakken zonder betekenis tot een musketiers-outfit en uiteindelijk de onvermijdelijke boerenkiel, groenoranje sjaal, diverse stadsemblemen (inmiddels Dokmardeur) en de penning met bedeltjes van afgelopen jaren. Het zit er allemaal bij.

Maar dit jaar heb ik het feest compleet gemaakt.

Sinds deze zomer zit deze Zeeuwse importkruik dus zelfs bij een carnavalsvereniging! C.V. Kaaw Buffet heeft in juni van dit jaar het licht gezien en we vierden de oprichting inmiddels al meerdere keren uitgebreid met elkaar. Tijdens de elfde-van-de-elfde, bij diverse andere verenigingen en tijdens vergaderborrels hebben we met elkaar het glas al geheven op onze formatie. Met onze oranje buizen met versierselen in  Brabantse rood-witte ruitjes, plekbuttons, prikstickers, een banner en grote diversiteit aan leden zijn we onze naam aan het vestigen. We vieren het aanstaande zaterdag met een kraamborrel bij Café Joris (belangstellenden zijn van harte welkom).

Het is december en na de feestdagen beginnen de twee saaiste maanden van het jaar. Januari en februari hebben weinig tot niets te bieden aan vertier. Carnaval is dan echt iets om naar uit te kijken. En de voorbereiding en voorpret worden nog leuker met gelijkgestemden.