Chirurgen ETZ: Opereer niet elke liesbreuk

liesbreuk

Als bij pijn in de liesstreek geen zwelling zichtbaar is, is een liesbreuk waarschijnlijk niet de oorzaak van de pijn. En dan is een operatie niet altijd de beste optie. Uit onderzoek van de liesbreukchirurgen van het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) in Tilburg blijkt dat als een liesbreuk alléén via een echo aangetoond kan worden, circa een kwart van de geopereerde patiënten last houdt van chronische pijnklachten.

De door chirurg in opleiding Ludo van Hout uitgevoerde studie is gepubliceerd door Hernia Surgery. Hij heeft de dossiers van 162 patiënten (179 liesbreukoperaties) bestudeerd. Deze zijn naar aanleiding van een echo, in de periode van 2006 tot 2014, aan hun liesbreuk geopereerd. Maar liefst 25 procent van deze patiënten bleef na de operatie last houden van chronische pijnklachten. “Normaal gesproken blijft dit beperkt tot maximaal 3 à 5 procent van alle liesbreukpatiënten”, stelt Van Hout.

Liesbreuk

Dat pijn in de lies niet altijd veroorzaakt wordt door een breuk is verklaarbaar, aldus Van Hout. “In de liesstreek komen veel spieren en pezen samen die pijn kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld door een ontsteking, heupartrose of rughernia. Het is dus raadzaam om niet blind te varen op een echo waarop een minuscuul breukje zichtbaar is. Er kan namelijk nog iets anders aan de hand zijn, waardoor fysiotherapie, pijnbehandeling of doorverwijzing naar een orthopeed waarschijnlijk een beter resultaat  bieden dan een liesbreukoperatie.”

Terughoudend

Als een liesbreuk niet met het blote oog zichtbaar is of gevoeld wordt tijdens lichamelijk onderzoek, wordt soms voor aanvullende diagnostiek een echo van de lies gemaakt. Van Hout: “Wanneer dan toch op de echo een klein breukje zichtbaar is, kan een matje in de lies worden geplaatst. Daarmee wordt de breuk verholpen. Maar de pijnklachten verdwijnen niet als de pijn ergens anders door wordt veroorzaakt. Bovendien wordt de pijn die patiënten al hadden, versterkt door de operatie en hebben ze kans op complicaties van de operatie, zoals bloeding, infectie of chronische liespijn. Daarom is ons advies aan zorgverleners om heel terughoudend te zijn met het maken van echo’s voor liesbreuken en ook terughoudend te zijn met het opereren van liesbreuken die alleen via een echo worden aangetoond. Want vaak leidt zo’n operatie alleen maar tot meer ellende.”

Bewustwording

“Die bewustwording is ontzettend belangrijk”, vult chirurg Patrick Vriens aan. “Het is namelijk voor ons heel moeilijk om aan patiënten uit te leggen dat een operatie niet nodig is, terwijl een breuk wel op de echo zichtbaar is. Het echo-onderzoek is eigenlijk te gevoelig. Zo’n echo toont zeker bij één op de vijf mannen een liesbreuk aan, maar de meeste mannen hebben daar geen enkele last van. De dokter moet daarom altijd een genuanceerd gesprek met de patiënt aangaan en goed de voor- en nadelen van een liesbreukoperatie uitleggen. Om zo uiteindelijk tot een gezamenlijke beslissing te komen. De patiënt moet weten hoe groot de kans is dat de pijn veroorzaakt wordt door de liesbreuk, en of dat met een operatie verholpen wordt”, aldus Vriens.

Onderbuikgevoel

Liesbreuken komen veel voor. Jaarlijks vinden in Nederland ongeveer 30.000 operaties plaats. Het is wereldwijd de meest uitgevoerde operatie. Vriens: “Het was vreemd dat mensen na een liesbreukoperatie vaak pijn hielden. Want onze TIPP-operatiemethode zorgt ervoor dat slechts 3,5 procent van de patiënten last houdt van chronische pijnklachten na een operatie. Het wetenschappelijk onderzoek van Van Hout heeft nu onderbouwd wat we al dachten.”