Op bezoek bij huismeester Jan Vellinga

Regelmatig gaan we op bezoek bij de huismeesters van WonenBreburg in Tilburg. Vandaag spreken we met Jan Vellinga. Hij is betrokken bij het nieuwe project ‘de buurtformatie’ waarmee buurtbewoners op een laagdrempelige manier problemen in de wijk aan kunnen kaarten.

De eerste indruk van Jan is die van een betrokken huismeester die zijn wijk nauwlettend in de gaten houdt. Hij kent vrijwel alle 650 bewoners uit zijn wijk van gezicht en zelfs behoorlijk wat bij naam. Als nieuw gezicht in de buurt is dan ook niet verwonderlijk dat hij ons gesprek begint met: “Ik dacht je al te herkennen, want je bent een onbekende verschijning.”

Huismeester in hart en nieren

Bijna 25 jaar geleden begon Jan zijn carrière als huismeester. Hij kwam bij WonenBreburg in het vizier, doordat hij zich in zijn vrije tijd altijd al met hart en ziel inzette voor zijn buurt. Jan besloot de wijk waar hij woonde op te fleuren en ruimde een jaar lang iedere dag vrijwillig met een prikker zwerfvuil op. “Mensen verklaarden me voor gek, maar wie het laatst lacht, lacht het hardst. Na één jaar was de buurt grotendeels afvalvrij.”

“Tijdens het prikken maakte ik er een sport van om buren met elkaar in gesprek te brengen. Dit lukte steeds beter, waardoor er meer saamhorigheid in de buurt ontstond. Een paar jaar later werkten alle buurtbewoners samen om de wijk schoon te houden”, vertelt hij trots. Toen de huismeester in zijn wijk ermee stopte, werd Jan gevraagd voor de functie. “Ik heb zonder na te denken mijn toenmalige baan opgezegd en ben het gaan doen”, zegt hij glimlachend.

Buurtformatie

De ‘buurtformatie’ is het meest recente project waar Jan bij betrokken is. Bewoners kunnen buurtproblemen aankaarten bij de formatie, die bestaat uit onder andere huismeesters, wijkagenten en sociale werkers. Eens in de drie weken komen zij bij elkaar om de wijkproblematiek te bespreken. Jan is altijd van de partij bij de vergaderingen. “De drempel ligt bij buurtbewoners een stuk lager om hier hun verhaal te doen, dan de telefoon te pakken en een officiële melding te maken”, vertelt hij.

Jan illustreert het succes van het project aan de hand van een recent voorbeeld: “De jongerenproblematiek in de wijk is door de buurtformatie terug gebracht tot nihil. Buurtbewoners hadden door middel van een handtekeningenactie laten weten  dat wat jongeren roet in het eten gooiden: mensen naschreeuwden, afval op balkons gooiden en ongein uithaalden. Hierop hebben wij meteen gehandeld. We organiseerden bijeenkomsten met de buurtbewoners om achter de kern van het probleem te komen. De jongeren bleken zich voornamelijk te vervelen. Nu wordt de jeugd door jongerenwerk gestimuleerd om deel te nemen aan activiteiten in hun buurt en dat bleek de oplossing te zijn.”

Kennis doorgeven

Jan begeleidt sinds dit jaar twee stagiaires per jaar en dat bevalt hem uitermate goed. Hij neemt de leerlingen zoveel mogelijk mee in het werkveld. Zijn strategie is om de stagiaires meteen in het diepe te gooien, zo leren ze volgens hem het meeste. Dit houdt in dat ze meteen gesprekken met buurtbewoners mogen doen met Jan als back-up. “De belangrijkste les voor hen is om open en eerlijk te zijn en bewoners met respect te behandelen. Bovendien moet je nooit partij kiezen, je bent er voor alle bewoners”, vertelt Jan. Bovendien leert de oude rot in het vak zelf ook nog wat van zijn leerlingen. “De feedback die van hen op mijn werkwijze krijg, is voor mij prachtige zelfreflectie.”