De olieprijzen worden sterk beïnvloed door handelaren die bieden op oliefuturescontracten op de grondstoffenmarkt op basis van hun perceptie van het toekomstige aanbod van en de toekomstige vraag naar olie. Futurescontracten en oliederivaten worden dagelijks verhandeld, wat de olieprijs beïnvloedt. Dit zorgt ervoor dat de olieprijs dagelijks verandert, omdat het allemaal afhangt van hoe de handel die dag verliep. Handelaren baseren hun biedingen op hun perceptie van vraag en aanbod. Andere entiteiten, zoals overheden en de Organisatie van Olie-Exporterende Landen (OPEC), kunnen de biedbeslissingen van handelaren beïnvloeden door de handel te beïnvloeden of de hoeveelheid geproduceerde en opgeslagen olie aan te passen.
Olie wordt doorgaans de meest volatiele grondstof genoemd. Als je overweegt om in olie of oliederivaten te handelen, helpt het om te begrijpen welke factoren de olieprijs bepalen en hoe handelaars, overheden en consumenten deze beïnvloeden.
Handelaren
Oliefuturescontracten worden uitgevoerd op de vloer van een grondstoffenbeurs, waar alleen grondstoffen worden verhandeld. De Chicago en New York Mercantile Exchanges zijn twee van de bekendere grondstoffenbeurzen. Amerikaanse grondstoffen worden al meer dan 150 jaar verhandeld. Handelaren moeten geregistreerd zijn bij de Commodities Futures Trading Commission (CFTC), die sinds de jaren twintig toezicht houdt op grondstoffenhandelaren.
Grondstoffenhandelaren vallen in twee categorieën: hedgers en speculanten. Hedgers zijn vertegenwoordigers van bedrijven die olie produceren of consumeren. Dankzij hedging kunnen ze de prijs van de olie kennen en daar financieel plannen voor maken. De contracten bepalen de prijs voor de koper en de verkoper, waardoor het risico voor hun bedrijven wordt verminderd als de prijzen stijgen en dalen. Handelaren in de tweede categorie zijn speculanten. Hun enige motief is om geld te verdienen aan veranderingen in de olieprijs. Futuresspeculanten zijn over het algemeen degenen die geïnteresseerd zijn in oliederivaten en handelen op basis van kleine stapsgewijze prijsveranderingen.
Rampen
Natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen kunnen de olieprijzen beïnvloeden als ze dramatisch genoeg zijn. De laatste tijd hebben pandemieën en natuurrampen grote schade aangericht aan de olieprijzen, wat ook tijdens de coronacrisis het geval was. In januari 2020 begonnen veel regeringen het reizen te beperken en bedrijven te sluiten om de pandemie van het coronavirus een halt toe te roepen. Als gevolg hiervan begon de vraag naar olie te dalen. In het eerste kwartaal van 2020 bedroeg het olieverbruik gemiddeld 94,4 miljoen vaten per dag, een daling van 5,6 miljoen vaten per dag ten opzichte van het voorgaande jaar. Een daling van de vraag werd verergerd door het aanbodoverschot.
Wereldcrises
Wereldcrises in olieproducerende landen, of zorgen over crises, doen de olieprijzen dramatisch stijgen. Dit komt omdat handelaren zich zorgen maken dat de crisis het olieaanbod zal beperken, waardoor de vraag en de prijzen zullen stijgen. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk nadat Rusland Oekraïne binnenviel. Naarmate de Russische aanval op Oekraïne voortduurde, nam ook de gestage stijging van de prijzen voor ruwe olie toe. Voor het eerst sinds 2014 overschreden de prijzen de 100 euro per vat. De stijging van de prijzen werd veroorzaakt door angst voor leveringsproblemen. Volgens het IEA is Rusland de grootste olie-exporteur ter wereld.
