013 vragen aan… Orgelman Jan Robbe “Ik wil doorgaan zolang het kan”

In onze vaste rubriek 013 vragen aan… stellen wij dertien vragen aan bekende en onbekende Tilburgers met een mooi verhaal. Vandaag is het de beurt aan Jan Robbe. Je kunt de goedlachse Jan kennen als de orgelman die regelmatig de Heuvelstraat vult met het geluid van zijn orgel die de naam ‘De Kruikenzeiker’ draagt. 

#1 Kun je jezelf voorstellen? 

“Mijn naam is Jan Robbe, ik ben 71 jaar oud en ik ben een draaiorgelman in Tilburg. Ik sta voornamelijk in de Tilburgse binnenstad en in het bijzonder in de Heuvelstraat. Iedere vrijdag en zaterdag ben ik hier te vinden. Daarnaast ben ik geboren in de Heikant en opgegroeid in het Groenewoud.”

#2 Ben je al lang met je orgel in de stad te vinden? 

“Ik doe dit nu al ruim een jaar. Mijn draaiorgel is ook gedoopt door Prins Knet d’n Irste tijdens carnaval, dus nu is mijn orgel een ‘echte’ Kruikenzeiker. Daardoor ben ik ook ambassadeur geworden van het openbaar carnaval in Tilburg. Hier ben ik heel erg trots op.”

#3 Hoe ben je begonnen met orgeldraaien? 

“Het klinkt misschien een beetje raar, maar mijn huiskamer staat vol met spulletjes van de Efteling. Veel mensen namen bij ons een kijkje binnen en op een gegeven moment leek het me leuk om een klein draaiorgeltje te kopen zodat mensen konden genieten van de muziek van de Efteling. Vervolgens had ik een groter orgel gekocht en daarna een nog grotere. Zodoende ben ik begonnen met het draaien en op het moment heb ik twee draaiorgels.”

#4 Waar is je passie voor het draaiorgel ontstaan?  

“Mijn passie is ontstaan vanuit mijn fascinatie voor de Efteling. Ik wilde zelfs een draaiorgel maken over de Efteling, maar ik kreeg jammer genoeg geen toestemming om deze te laten maken. Daarna kreeg ik het idee om een draaiorgel over de Kruikenzeiker te maken en ik ben heel erg blij met mijn orgel.”

#5 Ben je ook in andere steden te vinden met je draaiorgel? 

“Nee, ik ben eigenlijk alleen maar in Tilburg te vinden. Ik krijg wel eens verzoeken uit andere dorpen en steden. Ik duw mijn draaiorgel ook overal naartoe en dat is vaak een hele opgave. Het draaiorgel weegt namelijk zo’n 500 kilo, dus als je dan bijvoorbeeld naar Moergestel moet lopen ben ik al kapot voordat ik er ben. Laatst ben ik naar het Elisabeth Ziekenhuis geweest om te spelen voor mindervaliden, maar toen ik er aankwam was ik eigenlijk al uitgeput. Toch was het wel heel erg gezellig.”

#6 Sta je altijd op een vaste plek? 

“Ik probeer altijd een beetje af te wisselen, maar ik sta wel altijd in de binnenstad. Ik begin altijd bij de FEBO en vervolgens ga ik richting de Blokker. Daarna ga ik naar de Oude Markt toe en tenslotte ga ik bij de HEMA staan en dan heb ik mijn ronde weer gedaan. Ik moet wel van locatie wisselen, want ik mag maximaal één uur op dezelfde plek staan. Mijn favoriete plek is toch wel bij de FEBO.”

#7 Wat is je mooiste herinnering aan orgeldraaien in de stad? 

“Dat is een goede vraag, het is eigenlijk altijd leuk. Vooral als het goed weer is en iedereen vrolijk is. Als de mensen het leuk vinden, word ik daar ook blij van. Het leukste is toch wel als er massaal groepen mensen komen kijken. Daarnaast is het fantastisch als je kinderen ziet dansen op de orgelmuziek en af en toe zie je ook volwassen mensen dansen, haha.”

#8 Welke nummers kun je allemaal spelen? 

“Ik heb echt van alles. Van ‘Daar bij die Molen’ tot aan ‘Tulpen uit Amsterdam’ en alles wat daartussen zit. Maar ik heb ook nieuwe nummers hoor. Zo heb ik ook ‘Als bij ons d’n haon weer kraait’ en ‘Ons moeder zeej nog’ van Jan Biggel. Maar ik heb ook carnavalsnummers van onder andere Snollebollekes.”

#9 Wat is jouw favoriete nummer om te draaien? 

Op het moment is mijn lievelingsnummer het nummer van Marco Schuitmaker, genaamd ‘Engelbewaarder’. Dat vind ik wel zo’n mooi nummer. Mijn vrouw is dol op Jan Biggel, dus de nummers van hem draai ik ook regelmatig.”

#10 Heb je eigenlijk ook contact met andere orgelmannen?

“Jazeker! We gaan maandelijks naar Zundert, want daar is een man die zeven grote kaporgels uit België in een hal heeft staan. Hij maakt hier dan een groot feest van en orgeldraaiers vanuit het hele land komen hierop af. Dat is altijd heel erg gezellig.”

#11 Wat vind je het mooiste aan je orgel? 

“Het mooiste aan deze orgel vind ik toch wel dat Zot Joke en de Kruikenzeiker erop staan. Ik heb Joke altijd goed gekend en hij was bijna altijd te vinden bij een draaiorgel. Iedereen was altijd bang voor Joke, maar dat was echt nergens voor nodig want Joke deed geen vlieg kwaad. Joke heeft echt een plekje op mijn draaiorgel verdiend.”

#12 Hoelang wil je nog blijven orgeldraaien?

“Ik wil doorgaan zolang ik het nog kan doen. Helaas, heb je hier zelf niks over te zeggen en heb je gezondheid niet voor het kiezen. Ik ben nu 71 en ik hoop dat ik nog jarenlang door kan gaan.”

#13 Heb jij een boodschap voor alle Tilburgers? 

“Ik wil aan iedereen meegeven dat ze met respect met elkaar omgaan. Ik vind dat iedereen elkaar moet respecteren en accepteren zoals hij of zij is. Er is toch al genoeg oorlog en ellende in de wereld. Dus ik wil tegen iedereen zeggen: geniet van het leven.”

013 vragen aan…

In de rubriek 013 vragen aan… stellen we (0)13 vragen aan mensen die trots zijn op onze mooie stad. Benieuwd naar andere verhalen van trotse Tilburgers? We zetten een paar toffe interviews voor je op een rijtje:

013 vragen aan video-interview

Wij hebben onlangs deze rubriek ook in een video-interview gegoten. We trapten af met een mooi interview met wereldkampioen kickboksen Tayfun Özcan. Check het interview hier! Na vele positieve reacties, hebben we besloten om deze videoreeks door te zetten. Zo hebben horecaondernemer Ricky Spijkers, directeur van Schrobbelèr Jan Eijsermans, graffitiartist Paul Watty en model en presentatrice Gina July hun verhaal gedaan voor de camera. Om het makkelijk te maken, zetten we de video-interviews even voor je op een rijtje: