Afgunst en benijden leiden tot betere prestaties

Afgunst en benijden worden in het algemeen als negatieve emoties gezien en in religies zelfs als zonden. Sociaal psycholoog Niels van de Ven promoveert 13 november op het eerste onderzoek dat laat aantoont dat afgunst en benijden ook positieve consequenties kunnen hebben doordat mensen zichzelf willen verbeteren ten op zichte van anderen. Het onderzoek heeft duidelijke implicaties voor reclame en marketing doordat afgunst kan leiden tot specifiek consumentengedrag.

Van de Ven laat in experimenteel onderzoek zien dat de emotie die in het Engels envy genoemd wordt, zich manifesteert in twee gedaanten: afgunst (dat leidt tot een motivatie anderen te schaden) en benijden (dat leidt tot de motivatie om de eigen situatie te verbeteren). Verdiend succes wordt benijd, onverdiend succes wordt afgunstig bekeken. Het algemene doel van beide types is om het niveau van verschil met de superieure andere te verminderen en dat kan bereikt worden door de ander neer te halen of je eigen positie te verbeteren. Van de Ven vond na onderzoek dat deelnemers die anderen benijdden van plan waren meer te gaan studeren en zelfs daadwerkelijk beter presteerden op een intelligentietest. Interessant was ook dat het bewonderen van mensen niet tot verbetering aanzet, wat tot nu toe vaak werd gedacht. Sterker nog, Van de Ven toont aan dat de eerste reactie op de betere prestatie van een ander vaak juist benijden is en pas als de situatie als moeilijk te veranderen wordt gezien, verandert het in bewonderen. Bewondering kan dus gezien worden als zelfovergave, als acceptatie en berusting in het feit dat de ander zo goed is, dat je het zelf niet kan halen.

Opmerkelijk consumentengedrag
Van der Ven’s onderzoeksresultaten geven ook inzicht in consumentengedrag en zijn interessant voor marketing. Benijden is de motor achter economische groei omdat het ertoe leidt dat mensen meer willen betalen voor een aantrekkelijk product dat een persoon heeft die ze benijden. Proefpersonen wilden echter niet meer betalen als hetzelfde product in het bezit was van iemand die het niet verdiend had en dus afgunst opriep (een student die een mooie, dure telefoon van zijn vader had gekregen).

Maar afgunst kan, hoewel het vaak tot destructieve motivaties leidt, ook tot gevolg hebben dat mensen zich willen differentiëren van de ander en daardoor beter willen zijn in een alternatief domein. Ze zijn dan bijvoorbeeld bereid meer te betalen voor een telefoon met een zakelijkere uitstraling, als degene op wie ze afgunstig zijn een trendy en speelser model heeft. Voor consumenten leidt benijden er dus toe dat ze meer willen betalen voor het product dat het benijden oproept, terwijl afgunst ertoe leidt dat ze meer willen betalen voor een ander (maar gerelateerd product) om zichzelf te onderscheiden.

Afgunst zorgt voor sociale cohesie
Nog een ander opmerkelijk resultaat van Van de Ven’s onderzoek is, dat mensen die bang zijn door anderen afgunstig bekeken te worden, zich socialer gaan opstellen. Dat komt omdat afgunst zoals we al zagen destructief kan zijn en dat mensen uit angst daarvoor (automatische) mechanismes hebben die dat helpen voorkomen. Van de Ven toont daarmee voor het eerst de functionele waarde aan van afgunst om de cohesie in groepen te bevorderen.

Niels van de Ven (Eersel, 1979) studeerde Sociale en Economische Psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Momenteel werkt hij als Universitair Docent in de Sociale Psychologie aan diezelfde universiteit.