Column: EK-geluksonderbroek

Een kwart van de Nederlandse mannen bezit een geluksonderbroek en dat komt in tijden als deze goed uit. Want wie denkt dat het winnen van een EK puur afhankelijk is van de kwaliteit van de voetballers heeft het goed mis. Bijgeloof is wat onze natie de eindstreep over moet trekken.

Een heleboel Oranjesupporters zijn bijgelovig: de een moet zijn rood-wit-blauwe opblaashoed ophouden, de ander is ervan overtuigd dat Nederland alleen scoort als hij naar de wc gaat en de volgende blaast voor de wedstrijd drie keer op zijn fluitje. Als deze mensen dit niet doen verliezen we zeker.

En ook voetballers hebben hun bijgeloof. Uit onderzoek bleek zelfs dat driekwart van alle topsporters bijgelovig zijn. Cruijff speelde alleen in nummer 14 en Arjan Robben heeft de naam van zijn zoontje in zijn schoenen staan.

Maar vooral het dragen van geluksondergoed is populair. Bij FC Twente speelt iedereen in een rode onderbroek en David Beckham had in zijn tijd bij Manchester United altijd dezelfde onderbroek aan uit angst minder in vorm te zijn wanneer hij dit niet deed. Ajacied Gerrie Mühren trok tijdens Europacup wedstrijden de onderbroek van zijn teamgenoot Sjaak Zwart aan en de onderbroek van Arjan Robben (hebben we hem weer) is het gespreksonderwerp voor, na en tijdens iedere wedstrijd van Bayern München.

En het kan nog gekker: Raymond Domenech vroegere bondscoach van Frankrijk selecteerde de sterren uit zijn team letterlijk op basis van sterrenstand. Schorpioenen kwamen zijn team niet in en Leeuwen in mondjesmaat. Robert Pires is hier de dupe van geworden. Hij speelde een fantastisch seizoen, maar was schorpioen en mocht destijds dus niet mee naar het WK.

 Charlotte Backx
Tekstbureau Door Lotje Getikt