De Kruikenzeiker bij de Trappers: gezellig avondje uit en glorieuze overwinning

trappers

Het is inmiddels wel bekend dat ik graag een gokje mag wagen op de kermis. Dat ik heel het land afreis om in een koud en nat stadion ‘mijn’ Willem II heel af en toe zie winnen, maar even zo vaak een minder resultaat zie behalen. Goed chagrijnig kom ik dan in het holst van de nacht thuis. Maar op dit moment ligt de voetbalcompetitie stil en is de winterkermis weer ten einde. Waar kan je dan nog terecht? De Tilburg Trappers.

Geschreven door: De Kruikenzeiker

De Trappers hebben dit jaar alle thuiswedstrijden nog gewonnen en dus verheugde ik me op een mooi wedstrijdje ijshockey. Op een vrijdagavond met m’n vaste Willem II-maot  met dorst naar de Trappers, dan pakte de fiets natuurlijk. Maar ooh! Wat was het koud! Niet normaal man. Een week eerder lag de wedstrijd van de Trappers bijna een uur stil omdat er een gat in het ijs zat. Nou, als dat deze week weer het geval zou zijn ging ik er wel in liggen. Kosse ze gewoon deurschaotsen.

We vieten een goeie beker bier en zochten onze plek. Deh viel nog nie mee. Je hebt bij de Trappers vakken A t/m H, waarbij vak D is onderverdeeld in D1, D2 en D3. Nou had ik kaarten van vak D1 en na effe zoeken werden we door een supporter vriendelijk de goeie kant op gewezen. Bleken die naaiballen van Tilburg.com men naast de fanatieke supporters met de trommels gezet te hebben. Niet een beetje d’r bij in de buurt, maar d’r neffe! Nou heb ik niet veel eisen, maar ik zou toch gèrre geen gehoorbeschadiging oplopen bij het ijshockeyen. Die mensen vermaken zich rondom die trommel allemaal prima en het is echt een clubje van ons kent ons, maar ik hoef d’r niet bij te horen. Ik ben toch meer van het voetbalpubliek. Ieder z’n ding. We namen plaats achter de railing boven de tribune. Vlakbij de bar. Wel zo fijn.

Het ging hard. Heel hard. Na iets minder dan 10 minuten stond het al 3-0 voor de Trappers. Dan weet je dat het niet spannend meer gaat worden. Wat me opviel was dat het groepke naast/onder ons na iedere doelpunt high fives gaf aan hun hele groep. Die zullen wel zere handen hebben gehad want de Trappers bleven maar scoren. Na de 2e periode was het al 6-0. Ik blijf het knap vinden. Die gasten draaien snel, stoppen abrupt, slaan, beuken en worden gebeukt op die schaatsen. Het enige weh ik kan op schaatsen is vallen.

De fanatieke supporters hadden het naar hun zin. Nou ben ik eerder naar de Trappers geweest en ook toen had dit vak mijn interesse. Ze zongen af en toe wat klungelige liedjes als “We zijn met minder man, maar we hakken ze in de pan”. Iemand in de pan hakken was in de 14e eeuw misschien ruige taal. Tegenwoordig word je d’r om uitgelachen. Ze hebben de tekst nu dan ook de tekst veranderd naar ‘We zijn met minder man, maar we zijn voor niemand bang’. Dat is al wat beter. Ze doen wel wat met kritiek daar. Het zag er over het algemeen al een stuk beter uit.

De derde periode had vooral als doel de 10 goals halen. Het begin was goed, captain Diederick Hagemeijer wist de score uit te breiden tot 7-0. Maar toen kwamen de Duitsers van EC Harzer Falken de score terug te brengen tot 7-1. Daar kwamen ze! Das Wunder von Tilburg! Het kon nog! De Duitsers in het uitvak vierden groot feest. Mooi om te zien. De feestvreugde om het ene doelpunt was van korte duur. Mitch Bruijsten maakte d’r 8-1 van, waarna d’r meteen een Duitser kon gaan douchen omdat ‘ie de scheidsrechter uit had lopen schèènen. Ge moogt slaon, schuppen en spugen maar zeggen dat de scheidsrechter een schèèl dientje is meude nie bij het ijshockeyen. Waardeloos. Op het ijs werd uiteindelijk toch de dubbele cijfers gehaald door de regerend kampioen in de Duitse Oberliga. De eindstand werd 10-2.

eindstand

Nou kunde naar huis gaan na zo’n potje ijshockey, maar ge kunt het ook nog even gezellig maken. Ik  ben natuurlijk Korvel compleet ontgroeid maar ik voel me niet te goed om nog even acte de présence te geven tussen de bobo’s van zo’n business lounge. Je hebt er veel drank. Dat maakt eigenlijk alles leuk. Er werd, onder het genot van een lekker biertje, een persconferentie gegeven door beide trainers. Men kwam langs met champagne en hele goeie bitterballen dus ik liet het me allemaal goed smaken. Was goed verzorgd daar. Iedereen leek het ook goed naar z’n zin te hebben. Ik kreeg toen ineens een hele rondleiding van iemand van de horeca. Ik voelde me een soort Rob Geus. Ze lieten me bijvoorbeeld de vernieuwde Biergarten zien. Een soort supporterscafé met een gezellig Duits tintje. En zo kwamen we bij, in mijn ogen, het pronkstuk van het hele stadion: Jan’s Café.

Jan’s Café is eigenlijk een lange dichte partytent, aangekleed met hockeyshirts, met een bar waar dan ene Jan achter zit. Jan is schijnbaar een veteraan onder de vrijwilligers van de Trappers en die heeft daarom een eigen bar. Aan de bar zitten ook alleen maar mensen zoals Jan. Er werd voor een rondje Schrobbelèr betaald en goot alle glazen vol alsof het cola was. Het zag er ontzettend gezellig uit en de mensen aan die bar genoten zichtbaar. Helemaal super dat dit kan bij een club als de Trappers. Dat ze hun waardering op deze manier uitspreken voor een vrijwilliger is tekenend voor wat ze daar zijn op Stappegoor: een hele warme, gezellige, familiaire club.

Jan's Café
Jan’s Café

Terug in de business lounge deed ik me weer te goed aan wat bier en joekels van bitterballen, maar na wat gesprekjes met  de vriendelijke voorzitter, de gepassioneerde horecamanager en met de Tsjechische trainer Bo Subr over zijn vakantieperikelen en met keeper Martijn Oosterwijk over oude Amerikaanse ijshockeykeepers was het toch echt tijd om weer naar huis te gaan. De volgende keer zou ik, ondanks de kou, gewoon weer op de fiets gaan, want het is toch echt veel te gezellig bij de regerend kampioen. Ik hoop dat ik na al m’n gezever nog welkom ben want ik kom dit seizoen zeker nog eens terug.

jupiler