Heerlijk steppegras bij alle gerechten van Café Brandpunt

Café Brandpunt is een van de oudste, traditionele eetcafés in Tilburg. Vandaar ook dat je bij al onze klassieke gerechten een heerlijke berg steppegras geserveerd krijgt.

Deze worden dagelijks vers gesneden en gefrituurd. Iedere vijf weken zullen we vanaf nu een authentiek gerecht met je delen dat gemakkelijk genoeg is voor de gemiddelde student, maar ook op de keukentafel van een keurig huishouden niet misstaat. Deze week onze all time favorite: steppegras.

Wil jij reserveren voor een etentje bij Café Brandpunt? Doe dat dan nu!

Hoe ons traditionele steppegras wordt bereid

Steppegras maak je in drie eenvoudige stappen overheerlijk klaar. Serveer Steppegras bij een pikant kippetje, een lekkere hamburger, spareribs uit de oven of zet het gewoon op tafel wanneer je vrienden over de vloer hebt. Voor de kosten hoef je het niet te laten.

Ingrediënten voor 4 personen

* 4 kilo vaste aardappelen

* 4 gram zout

* frituurolie

Stap 1

Ontdoe de aardappelen van hun schil en snijd ze in flinterdunne reepjes van ongeveer twee bij twee millimeter julienne*. De reepjes mogen de lengte van de aardappel behouden.

Stap 2

Bewaar de reepjes in ijskoud water tot je het steppegras wilt frituren. Net voor het bakken giet je ze af en dep je de aardappelen in keukenpapier of een theedoek om het vocht weg te nemen.

Stap 3

Bak de aardappelen kort voor op 160 graden in de frituurpan. Laat ze even uitlekken op nieuw keukenpapier. Bak de aardappelen vervolgens af op 180 graden in de frituurpan tot ze goudbruin zijn.

Smullen maar!

Julienne snijden voor de beginnende thuiskok

Een thuiskok boordevol passie wil dit gerecht natuurlijk in één keer goed aanpakken. Daarom gaan we graag wat dieper in op het julienne snijden van het Steppegras. Julienne is een vakterm voor het gelijkmatig in reepjes snijden van groenten. Zorg ervoor dat je de aardappel eerst in even grote plakken snijdt ongeacht de breedte. Leg de plakken vervolgens op elkaar en snijd ze in even dunne repen. Et voila. C’est tout. Ow ja, Frans praten hoort er wel een beetje bij in de keuken. Bon Chef!