‘Nieuwe’ kunst Marlene Dumas in De Pont

Marlene Dumas

Vijfendertig portretten van mensen, dieren, knuffels, de maan en een gedicht van Jan Arends maakte Marlene Dumas begin jaren negentig voor de instelling voor geestelijke gezondheidszorg ’t Hooghuys in Etten-Leur (nu GGz Breburg). Het imposante werk getiteld Maar wie ik ben gaat niemand wat aan is een langdurig bruikleen van GGz Breburg aan De Pont en museum Het Dolhuys in Haarlem en krijgt de komende jaren een mooie plaats in het Tilburgse museum, waar Black Drawings en First People, daterend uit dezelfde beginperiode van Dumas’ carriere, tot de vaste collectie horen.

Op zaterdag 15 september wordt ‘Maar wie ik ben gaat niemand wat aan’ van Marlene Dumas om 15.00 uur in De Pont verwelkomd tijdens de opening van de tentoonstelling Exotica van Anne & Patrick Poirier.

Over Marlene Dumas

Marlene Dumas behoeft nauwelijks nog toelichting. Geboren in Kaapstad (1953), groeide ze op in het zuidwesten van Zuid-Afrika. Na haar studie aan de Michaelis School of Fine art in Kaapstad, vertrok ze met een beurs van Atelier ’63 naar Amsterdam, waar ze nog steeds woont en werkt.

Haar werk gaat vaak over de spanning tussen kijken en bekeken worden. Ze werkt veelvuldig naar bestaande afbeeldingen, van pornoplaatjes en politiefoto’s tot kunstreproducties, die ze verzamelt in een persoonlijk beeldarchief. Het beeldmateriaal weerspiegelt de maatschappelijke codes die onze manier van kijken bepalen: codes die Dumas graag ondergraaft en waarvan ze de tegenstrijdigheden bloot wil leggen. Dit verklaart waarom zij zich niet kon vinden in het ideaal van het tot de essentie teruggebrachte kunstwerk: voor haar is er niet één essentie, niet één waarheid.