Als Henk Bernard tijdens het Mega Piraten Festijn in Tilburg zijn ‘Geniet van het leven’ inzet, ontploft de tent. Duizenden kelen brullen mee met zijn hit. De zanger brult het nog maar even de tent in: “Tilburg is mijn stad, jongens!” Dat zullen de meeste aanwezigen ook zonder die opmerking wel geweten hebben. Het is tekenend voor de sfeer. Het Brabantse deel der artiesten scoort net even wat harder. Er wordt net even wat harder meegezongen, er gaan net even wat meer handjes omhoog. Chauvinisme viert hoogtij dus. Maar wat maakt dat uit. Dankzij René Schuurmans, naast Brabants boegbeeld nu ook voor het tweede jaar Nachtcommissaris van Noord-Brabant, is het MPF nu officieel ‘Keileuk’.
Het is overigens niet zo dat de niet-Brabantse artiesten geen succes hebben. Een enorme hit doet wonderen. Vraag dat maar aan Frans Duijts die met zijn ‘Jij denkt maar dat je alles mag van mij’ zo’n kneiter te pakken heeft. Iedereen brult mee. Het verandert wel iets als plotseling een draaiset het podium wordt opgereden en ook Mr. Polska het podium betreedt. Verraste blikken alom, maar vooral veel jonge bezoekers reageren enthousiast. En dus rammen Frans en Mr. Polska hun ‘Discodochter’ erdoorheen. Frans in de rol van man/vader die zich zorgen maakt over het losbandige gedrag van een jonge meid; Mr. Polska als speelse duivel die het allemaal prachtig vindt. Hier en daar stuiteren koppies op en neer, maar het grootste deel van het publiek reageert afwachtend. Daarna mag Mr. Polska het zelf proberen. Met hits als ‘Niemand’ en ‘Hausa Wausa’ lukt dat best. Ja, het kost wat moeite, maar steeds meer mensen beginnen te dansen. Tsja, het is een beetje een cultuurschok. Van gezellige Nederlandstalige kroegmuziek naar stuiterende raverap (op oorverdovend volume). Mr. Polska toont zich na afloop dan ook dik tevreden. “Dit was mijn tweede keer op een MPF. De vorige keer was het ook gezellig. Het ging volgens mij wel goed. Er waren genoeg jongeren die ook ouderen aanspoorden om mee te doen. En die deden dat ook.” Vorig jaar ging Frans Duijts nog mee naar een aantal optredens van Mr. Polska; dit jaar was het de eerste keer dat de twee samen op een podium stonden. “Frans is familie van mij, zo voelt dat”, zegt Mr. Polska. Hij begint te lachen. “Ik heb hem zelfs gevraagd of hij mij niet wilde adopteren. Dat zou hem echter te veel kosten. Hij heeft zelf ook nog z’n eigen kinderen. Maar effe serieus: met sommige mensen heb je gewoon een klik. En die had ik met Frans ook meteen. Hij is zichzelf, daar houd ik van, daar komen de mooiste dingen uit voort. Hij heeft mij geholpen met ‘Discodochter’; ik zou het leuk vinden als ik in de toekomst eens wat voor hem terug zou kunnen doen.”
Verbroedering
Het programma dendert ondertussen door. Ook in Tilburg brult het publiek hard mee met Jannes’ ‘Mijn naam is Jannes (en ik kom van het platteland)’. Gera (44) uit Hurwenen vindt het allemaal geweldig. Zij is voor de tweede keer op het MPF. “Ik vind Nederlandstalig wel leuk, maar de eerste keer vroeg ik me wel af of ik het ook een hele avond leuk zou vinden. Nou, dat beviel prima! De meeste artiesten hier zingen één of twee liedjes. Lekker snel, heel veel bekende nummers. Zo blijft het leuk. Staat er eens een artiest op het podium waar je wat minder mee hebt, dan is die ook zo weer weg. Ik vind het een goede formule; het is voor mij de reden dat ik het zo leuk vind.” Ze is met een grote groep vrienden, kennissen en collega’s en vrienden van. “We kenden elkaar niet eens allemaal echt. Maar dat maakt niet uit. Juist door al die bekende liedjes en die goede sfeer verbroedert het heel snel!”
Organisator Eddie Mensink is ook tevreden. “Ik denk dat ik deze week iedereen die hier aan het werk was gelukkig heb gemaakt. Opbouwen op een verhard terrein, overal water- en stroompunten; we komen dat ook wel eens anders tegen. Dit is een fantastische locatie. Wat mij betreft de mooiste van Nederland. En ook lekker praktisch.” Mensink trekt met de festivalformule het hele land door. Hij ziet dus ook de verschillen in beleving. “Het publiek is hier wat rustiger, wat nuchterder, vind ik.” Presentator/duvelstoejager Willie Oosterhuis beaamt dat. “De vorige keer waren we in Oldebroek. Daar ging het dak er volledig van af. Maar dat is een klein dorp, daar gebeurt verder niet zo veel. In een stad als in Tilburg heb je veel meer activiteiten. Hier lopen misschien wat minder feestvierders rond, maar wel de echte liefhebbers. Het is een totaal andere beleving.”
Olievlek
Wat rustiger publiek of niet, mooi dat de tent weer ontploft als John de Bever zijn ‘Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht’ inzet. Het is even voluit feesten. Want het is zo’n nummer dat groter is dan de uitvoerende artiest; dat in de afgelopen jaren langzaam maar zeker is uitgegroeid tot fenomeen. De heren van Ancora zitten zich ondertussen te verkneukelen op hun optreden. Deze maand hebben Patrick Jongschaap, Patrick van Bree en Harm Wolters twee gouden platen in ontvangst genomen. Hun derde schijf ‘Door weer en wind’ staat op 1 in de album top 100. “Het gaat inderdaad lekker”, beamen de heren. “En als onze nieuwe plaat zo blijft door verkopen als ie nu doet, dan zouden we zo maar eens voor het eind van het jaar nog een gouden plaat kunnen hebben.” Patrick (J): “Maar da’s speculatie hoor.” De heren merken dat hun ster rijzende is. Harm: “Vorig jaar hebben we met onze fans een bootreis gemaakt. Daar moesten we aardig wat reclame voor maken, voordat de boot vol zat. Dit jaar doen we het weer en waren alle kaarten al maanden voor die tijd uitverkocht. Jaren geleden kwamen we ook al overal geboekt, maar toen was het meer van: ‘oh leuk, we doen Ancora er nog even bij’. Nu worden we vastgelegd als hoofdact.” Niet dat ze er al zijn, zo benadrukken ze. “Het verspreidt zich een beetje als een olievlek, maar in deze regio ligt er nog relatief weinig olie.”
Rolstoel
Dat is wel iets te merken, als de heren het podium bestijgen. Hun massieve, bombastische geluid (een mix van Nederlandstalig, shanty en Ierse folk) knalt door de tent, maar de heren moeten er hard voor werken. De liedjes zijn nog niet bij iedereen bekend. Maar overal gaan handen omhoog en overal zingen en deinen mensen mee. De heren tonen zich na afloop dan ook tevreden. “We zeiden het al, die olievlek… Maar weet je, ik let eigenlijk nooit zo erg op de handen die omhoog komen. Ik let op de mondjes. Zingen ze mee. En dat gebeurde”, stelt Harm. Patrick van Bree voegt toe: “Ik heb hier vaak met mijn vorige band Commercial Break opgetreden. Het komt altijd pas laat op gang, maar als het dan op gang is gekomen, weten ze van geen ophouden.” Harm: “Ik zag een man in een rolstoel. Volgens mij had hij niet de controle over zijn hele lichaam. Zijn arm kwam niet helemaal omhoog, maar maakte horizontale bewegingen. Hij genoot, zong uit volle borst mee. Met zo iemand maak ik dan ook oogcontact. Als we zo iemand kunnen vermaken, dan is onze dag al goed.”