Wim Glorius neemt na 35 jaar afscheid bij Factorium Cultuurmakers

Na ruim 35 jaar als muziekdocent (zowel in het onderwijs als Docent Dwarsfluit) bij Factorium gewerkt te hebben, nemen we deze week afscheid van Wim Glorius en gaat hij genieten van zijn pensioen. Samen met Wim blikken we terug op deze bijzondere tijd. Nieuwsgierig naar hoe de afgelopen jaren voor deze unieke muziekdocent geweest zijn? Lees vooral verder!

1. Zou je jezelf eerst kunnen voorstellen?

Ik ben Wim Glorius, in 1957 geboren en getogen in Tilburg. Ik ben getrouwd met Karin en heb drie kinderen; Merel, Luc en Eveline en een kleindochter Bo.

2. Hoe ben je in aanraking gekomen met Factorium Cultuurmakers?

Toen ik twaalf jaar was kreeg ik mijn eerste dwarsfluitlessen van Cees van Gorp, die destijds fluitist was bij de Tilburgse harmonie Volt. Later kreeg ik les van o.a. Martien van Woerkum op de Tilburgse Muziekschool in de Tivolistraat, de voorloper van Factorium.

In de jaren tachtig speelde ik in een folk band samen met onze oud-collega’s Taetske Strouken en Piet Henrard. Als beginnende fluitist gaven Piet en Taetske me zoveel zelfvertrouwen dat ik het aandurfde om aan een studie dwarsfluit aan het Brabants Conservatorium te beginnen. Taetske gaf toen vioolles in Oisterwijk en als daar een vervangende dwarsfluitdocent nodig was noemde ze altijd mijn naam. Zo kwam ik terecht bij de Streekmuziekschool Oisterwijk, eerst als vervanger en later met een vaste aanstelling als docent dwarsfluit. De muziekschool in Oisterwijk was klein en gemoedelijk. Dat zorgde ervoor dat het team heel hecht was. In verband met gemeentelijke herindelingen is de Streekmuziekschool Oisterwijk in de jaren negentig opgegaan in Factorium Tilburg. De docenten die afkomstig zijn van Oisterwijk vormen tot op de dag van vandaag nog een hechte groep binnen Factorium.

3. Je bent bijna 40 jaar (!) betrokken geweest als docent in het basisonderwijs en docent Dwarsfluit bij Factorium Cultuurmakers (naast andere mooie bedrijven). Wat was het aan het lesgeven wat ervoor zorgde dat je dit zo’n bijzonder lange tijd hebt kunnen doen?

In mijn ‘carrière’ heb ik altijd gedaan wat op mijn pad kwam: dwarsfluitles, theorieles, oriëntatiecursussen voor kinderen en volwassenen, lange en korte projecten op een stuk of twaalf scholen in Tilburg en Goirle en ik vergeet vast nog wel een paar dingen. Al die verschillende dingen hebben ervoor gezorgd dat ik altijd fris ben gebleven in mijn werk en dat ik altijd daar mijn creativiteit in kwijt heb gekund. Creativiteit is daarin wel het toverwoord: zolang ik liedjes kan schrijven, lessen kan bedenken en muziek kan maken ben ik gelukkig in mijn werk. Ook word ik er blij van als ik merk dat ik wat van mijn eigen passie voor muziek en cultuur in bredere zin heb losgemaakt bij de leerlingen. Ik heb mijn werk altijd met passie en plezier gedaan!

4. Wat is een project waarbij je betrokken bent geweest gedurende jouw carrière waar je vandaag de dag nog steeds trots op bent?

Er is een project waar ik speciaal goede herinneringen aan heb; het project ‘Kènderkwèèk’. Dit project hebben collega Harry Swinkels en ik samen met de Stichting Tilburgse Taol ontwikkeld. De stichting wilde het Tilburgs dialect als cultureel erfgoed naar kinderen brengen. Daaruit is een programma uit gegroeid waarbij de mensen van de stichting in groepen 7 en 8 lesgaven over dialect en Factorium op school kwam om met de kinderen twee liedjes met teksten in het Tilburgs dialect in te studeren. Harry en ik schreven elk jaar ieder twee nieuwe liedjes, zodat er inmiddels een klein repertoire is ontstaan. Ook die liedjes namen we op bij Bernard. Sommige scholen gingen ook op excursie naar plekken in Tilburg waar ze over zongen in hun liedje. Zo zijn er kinderen op bezoek geweest bij de Trappisten en hebben ze gevaren op de Piushaven. Aan het eind van het project presenteerden de deelnemende scholen zich met hun twee liedjes, waarbij soms een hele vormgeving met kostuums en decors te pas kwam. Jammer genoeg heeft ‘Kènderkwèèk corona niet overleefd.

5. Wat is één van je meest favoriete herinneringen van de afgelopen jaar en waarom komt die herinnering als eerste in je naar boven?

Er zijn een paar grote dingen waar ik mooie herinneringen aan heb: zoals het concert waarmee een dwarsfluitleerling die als klein meisje bij mij voor het eerst op les kwam afstudeerde bij Fontys. Ook denk ik met plezier terug aan de dag dat het Jeugdjournaal bij mij kwam filmen in de muziekles.

Dat is allemaal mooi, maar de mooiste herinnering is deze: op de SO Keyzer kwam een oud-leerling me opzoeken: Jayden, bouwvakker en twintig jaar oud inmiddels. Hij vertelde me dat hij fanatiek vinyl verzamelde, singles en lp’s. Hij draaide thuis de hele dag platen. En dat luisteren naar muziek was ooit bij mij in de muziekles begonnen, vertelde hij. Daarom kwam hij speciaal naar de Keyzer om mij een lp te brengen (‘Alle dertien goed’), met de woorden: ‘die kinderen hier weten niet meer wat vinylplaten zijn en het wordt tijd dat jij ze dat eens gaat leren meneer Wim!’ Op zo’n moment weet je weer waar je het allemaal voor doet!